De man die aan de wieg stond van de professionele dahliateelt in Nederland, was Hendrik Hornsveld (1863-1956) uit Baarn. Opa Hornsveld of ook wel opa Baard werd hij genoemd. Hij ontwikkelde niet alleen nieuwe dahliarassen, hij sleepte ook nationaal en internationaal ontelbare prijzen in de wacht.

Chrysanten en orchideeën

De Nederlandse dahliakoning begon zijn loopbaan als tuinknecht in dienst van diverse rijke families en werkte zichzelf op tot zelfstandig tuinder en gelauwerd bloemenkweker. In het begin in 1889 concentreerde hij zich op het kweken van chrysanten en orchideeën. De dahlia, waar hij zo beroemd mee is geworden, was in de beginperiode niet zo’n succes.

Kruisen

Hendrik had knollen gekocht in Duitsland en Mexico, maar de planten en bloemen kwamen niet goed uit de verf. In die tijd was er in Nederland nog geen kennis over en ervaring met de dahlia. Hendrik nam de bestaande dahliasoort ‘Anton Grünwald’, een lichtroze enkelvoudige dahlia en kruiste die met het stuifmeel van de bonte cactus dahlia. Hij kreeg een grillige verzameling dahlia’s met de meest uiteenlopende vormen en kleuren.

Aanvankelijk werd hij uitgelachen, vooral omdat de eerste generaties nieuwe dahlia’s niet erg lucratief voor de professionele teelt waren. Pas na zeven jaar had hij zijn eerste stabiele dahliaplanten, maar toen had hij wel iets bijzonders in handen.

de kwekerij aan de Faas Eliaslaan te Baarn – fotograaf onbekend

Idealisme

Vanaf het begin van de twintigste eeuw begon Hornsveld successen te boeken bij keuringen en tentoonstellingen. Hij was echter geen gehaaide zakenman en hij deelde al zijn moeizaam verworven kennis over de nieuwe kruisingsmethodes die hij had ontwikkeld direct met zijn vakgenoten en andere geinteresseerden.

Zijn hele leven, en dat van zijn vrouw Heintje, stond in dienst van de medemens. Zij waren heel sociaal, deelden altijd met een ieder die iets nodig had. In de crisisjaren werden er vele pannen soep bezorgd bij zieken en behoeftigen.

Kindervriend

Hendrik kweekte ook vetplantjes, speciaal voor de schoolkinderen die langs kwamen met hun schoolrapport. Dan werd er een lange schragen tafel gezet met vetplantjes in verschillende categorieën. De kinderen met hele mooie rapporten en hoge cijfers, mochten dan kiezen uit de categorie ‘mooiste plantjes’, kinderen met minder mooie cijfers konden kiezen uit minder mooie vetplantjes. Hendrik had daar plezier in. Soms testte hij met wat vragen de kinderen met hoge cijfers, om te kijken of ze die cijfers ook echt wel verdiend hadden. 

Ridder Hendrik en de Nederlandse koninklijke familie

fotograaf onbekend

Op 23 juli 1947 werd Hornsveld benoemd tot Ridder in de Orde van Oranje-Nassau. Hij was toen al 84 jaar.
Hendrik had een goede relatie met de opeenvolgende koninginnen. Hij werd al regelmatig ontboden door koningin Emma om zijn nieuwste soorten te tonen. Die traditie werd voortgezet door Wilhelmina en Juliana. Koningin Wilhelmina kwam ook zo nu en dan bij hem in de kwekerij kijken (Soestdijk ligt immers niet ver van Baarn). Haar bruidsboeket in 1901 bestond geheel uit orchideeën die gekweekt waren door Hendrik Hornsveld. Hij werd door haar en de andere koninginnen met ‘Opa’ aangesproken, zoals zoveel mensen dat ook deden.

Een waarachtig leven

Hendrik Hornsveld, de Nederlandse dahliakoning, zette zijn passie voort tot hij dik in de negentig jaar was. Daarna stopte hij met werken. Hij was dan wel nooit ‘rijk’ geworden in zijn leven qua geld, zijn immateriële successen waren enorm.

Als kwekende pionier had hij nieuwe generaties dahlia’s letterlijk vorm gegeven met zijn onorthodoxe experimenten. Bovendien had hij niet alleen een indrukwekkende verzameling medailles, oorkondes, bekers en getuigschriften, hij was ook beroemd en geliefd als mens tot ver over de grenzen.